Een verhaal over haat, frustraties en extremisme

Paul De Bruyn werkte 35 jaar voor Gazet van Antwerpen als buitenlandspecialist. In die hoedanigheid schreef hij twee goed onthaalde non-fictieboeken, over de moord op JFK en over George W. Bush. Maar intimi wisten dat hij nog een andere grote liefde had: het betere misdaadverhaal. Het verbaasde dan ook niemand dat hij zich na zijn pensionering op dit genre toelegde.

In Het Laatste Gesprek en Fatale Vriendschap waren de referenties naar Pauls carrière nog legio. In zijn nieuwste misdaadroman De Laatste Stap is dat al veel minder uitgesproken. Het verhaal draait nog wel rond de gewelddadige dood van een ex-journalist, maar spitst zich meer toe op de manier waarop commissaris Eric ­Michiels en zijn team stapsgewijs dit moord­mysterie oplossen.

Net zoals Michael Connelly, een van zijn grote literaire helden, besteedt De Bruyn niet alleen aandacht aan elk aspect van het onderzoek, maar beschrijft hij ook tot in het kleinste detail hoe de teamleden met elkaar omgaan. Waar ze eten, wat ze drinken, wat ze van elkaar denken. Een geloofwaardig verhaal over haat, frustraties en extremisme, met de Antwerpse grootstad als levendige achtergrond. (ged)

Terug naar boven